Welke panieksluiting heb ik nodig?

De functie van een anti-paniekslot (ook wel paniekslot of paniekfunctie genoemd) bepaal je aan de hand van de veiligheidseisen van een gebouw en de toegangsbehoefte van gebruikers in een noodsituatie. Hier is hoe je dat systematisch aanpakt:

1. Bepaal het gebruik van de deur

Is het een nooduitgang of vluchtroute?
Wordt de deur gebruikt door publiek, personeel of een combinatie?
Moet de deur in panieksituaties snel en zonder sleutel te openen zijn?

2. Raadpleeg de normering

In Europa gelden de normen EN 179 en EN 1125:
- EN 179: Voor nooddeuren waar gebruikers bekend zijn met de deur (bijv. personeel).
- EN 1125: Voor paniekdeuren in publieke gebouwen, waarbij iedereen de deur direct moet kunnen openen (bijv. via een duwstang).

3. Beoordeel de gewenste werking

Moet de deur:
- Aan één kant altijd te openen zijn zonder sleutel (paniekzijde)?
- Aan de andere kant op slot blijven of alleen door bevoegden geopend kunnen worden?

Verschillende functies (volgens slotfabrikanten, zoals KFV of Fuhr) worden vaak aangeduid als:

Functie E: Paniekfunctie van binnenuit te openen, buitenkant op slot. Te herkennen aan een vaste greep aan de buitenzijde en een deurkruk aan de binnenzijde.
Functie B + D: Paniekfunctie van binnen, buiten te openen met cilinder.

4. Controleer of aanvullende eisen gelden

Is er een brandwerendheidseis?
Moet het slot gekoppeld worden aan een toegangscontrolesysteem?

5. Fysieke inspectie van het slot (indien aanwezig)

Als je een bestaand slot moet beoordelen:

Kijk of het een paniekbeslag heeft (zoals een duwstang).
Controleer de aanduiding op het slot (etiket met type en norm).
Test de werking: Kan de deur van binnenuit direct worden geopend?

Anti-panieksloten zijn producten met specifieke toepassingen en normeringen. Om ervoor te zorgen dat u altijd het juiste slot kiest, adviseren wij u hier graag persoonlijk over. U kunt uw aanvraag eenvoudig via onze webshop indienen - Wij nemen dan contact met u op voor passend advies