Hoe herken je een insteekslot of meerpuntssluiting?
Wanneer je een slot wilt vervangen, is het belangrijk om eerst te weten met welk type slot je te maken hebt. De twee meest voorkomende zijn het insteekslot en de meerpuntssluiting. In dit artikel leggen we uit hoe je het verschil herkent en – als het een insteekslot blijkt te zijn – welke maten en kenmerken je nodig hebt om het juiste slot te bestellen.
Het verschil tussen een insteekslot en een meerpuntssluiting
Insteekslot
Een insteekslot is het traditionele slot dat vaak in binnendeuren en oudere buitendeuren wordt gebruikt. Het bestaat uit een kast (het mechanisme) die in de deur is gefreesd, met aan de voorkant de voorplaat en aan de zijkant de dag- en nachtschoot. Het werkt met een cilinder en één sluitpunt.
Kenmerken van een insteekslot:
· Eén sluitpunt (één nachtschoot en dagschoot die in het kozijn vallen).
· Rechthoekige korte metalen voorplaat van zo’n 25 cm lang aan de zijkant van de deur.
Meerpuntssluiting
Een meerpuntssluiting zie je vooral bij moderne buitendeuren en voordeuren. Hierbij bedien je meerdere sluitpunten tegelijk met één sleutelbeweging.
Kenmerken van een meerpuntssluiting:
· Meerdere sluitpunten (meestal 3 of 5), verdeeld over de lengte van de deur.
· Een lange voorplaat die bijna de hele deurhoogte beslaat.
· Bediening met sleutel of/en met deurkruk.
· Bij het omdraaien van de sleutel vergrendelen zowel de dagschoot als de extra schoten/haakschoten, pennen, rolnokken boven en onder.
💡 Kortom: Heeft jouw deur maar één sluitpunt? Dan gaat het om een insteekslot. Zie je een lange sluitplaat met meerdere sluitpunten? Dan heb je een meerpuntssluiting.
Welke maten heb je nodig bij een insteekslot?
Als je zeker weet dat jouw deur een insteekslot heeft, is het belangrijk om de juiste maten te noteren voordat je een nieuw slot bestelt.
Belangrijkste maten en herkenningspunten:
1. Doornmaat (backset, diepte slot)
o Dit is de afstand van de voorkant van de voorplaat tot het midden van het cilinder- of krukgat.
o Veelvoorkomende maten zijn 35, 40, 45, 55 mm en 65 mm.
2. As-afstand
o De afstand tussen het midden van de deurkruk en het midden van het cilinder- of sleutelgat.
o Belangrijk voor de juiste passing van het beslag.
o Veelvoorkomende maten zijn 72, 92 mm.
3. Voorplaat
o Meet de breedte en lengte van de voorplaat. Deze kan rechthoekig of afgerond zijn.
4. Dagschoot en nachtschoot
o Controleer of het slot een losse dagschoot en nachtschoot heeft, of alleen een dagschoot (bijvoorbeeld bij binnendeuren).
5. Type bediening
o Is het een insteekslot met sleutelbediening, cilinderbediening of een loopslot zonder cilinder?
Voorbeeld: zo meet je een insteekslot op
1. Haal het oude slot uit de deur.
2. Leg het op een vlakke ondergrond.
3. Meet eerst de doornmaat, daarna de as-afstand.
4. Noteer de afmetingen van de voorplaat.
5. Controleer of het slot links of rechts sluit (draairichting deur).
Praktische tips bij het kiezen van een insteekslot
· Voor binnendeuren wordt vaak een eenvoudig insteekslot met sleutelgat gebruikt.
· Voor buitendeuren is een cilinder bediend insteekslot met SKG-keurmerk aan te raden.
· Vervang je een bestaand slot? Meet altijd de oude maten na – elk merk kan kleine verschillen hebben.
Conclusie
Het herkennen van een slot is eenvoudiger dan het lijkt:
· Eén sluitpunt = insteekslot.
· Meerdere sluitpunten = meerpuntssluiting.
Bij een insteekslot zijn vooral de doornmaat, as-afstand en voorplaat van belang om het juiste vervangende slot te kiezen. Met deze gegevens weet je zeker dat jouw nieuwe slot perfect past en goed functioneert
